Klik op Delen. Klik op Gedeeld als en geef de printer een passende naam. Klik op OK. Opmerking: de computer op afstand is de computer die niet is aangesloten op de printer. Klik op Eigenschappen. Klik op de tab Poorten en vervolgens op de knop Poort toevoegen.
Selecteer Lokale poort en klik op de knop Nieuwe poort. Deze bestaat uit de naam van de server en de naam van de printer die is opgegeven in stap 2 op pagina De nieuwe poort wordt weergegeven bij de naam van de printer.
Netwerkprinters configureren Configureren Als u een netwerkprinter wilt configureren, selecteert u een printer in de lijst in het venster. Klik op Configureren om een IP-adres aan de printer toe te wijzen. Printers toevoegen Hiermee kunt u externe subnetten gebruiken voor printers die rechtstreeks zijn aangesloten op een netwerk.
Als een dergelijke printer wordt gevonden, selecteert u de printer eerst in het venster. Vervolgens klikt u op Configureren om handmatig een IP-adres aan de printer toe te wijzen.
Opmerking: printers op externe subnetten worden niet automatisch geconfigureerd. Vernieuwen Als u op Vernieuwen klikt, worden nieuw toegevoegde printers die worden aangetroffen, automatisch geconfigureerd. Als u een naam opgeeft voor uw computer, kunt u deze functie gebruiken. Als u een item scant, wordt een lijst met namen weergegeven op het bedieningspaneel van de printer die op het netwerk is aangesloten. U kunt de gescande afbeelding naar uw computer verzenden door de naam van de computer te selecteren.
Als u wilt voorkomen dat andere personen gescande afbeeldingen naar uw computer kunnen verzenden, kunt u een pincode opgeven. Opmerking: elke keer dat u een gescande afbeelding vanaf de netwerkprinter wilt verzenden naar uw computer, moet u deze code opgeven op het toetsenblok van de printer. Raadpleeg de instructies die bij het papier zijn geleverd als u niet zeker weet welke zijde de afdrukzijde is. Verwijder afzonderlijke foto's zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Hiermee voorkomt u dat de inkt gaat vlekken.
Sensor voor papiersoort gebruiken De printer is uitgerust met een sensor die automatisch de papiersoort vaststelt. De sensor voor papiersoort stelt automatisch vast welke papiersoort in de All-In-One is geplaatst en past de instellingen dan voor u aan.
Als u bijvoorbeeld een foto wilt afdrukken, plaatst u fotopapier in de printer. Nadat de printer de papiersoort heeft vastgesteld, worden de instellingen automatisch aangepast voor optimale resultaten bij het afdrukken van de foto's.
Let op—Kans op beschadiging: gebruik geen enveloppen met sluitkoordjes en metalen klemmetjes of sluitingen. Verwijder afzonderlijke enveloppen zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Etiketvellen in de printer plaatsen U kunt maximaal 25 etiketvellen per keer in de printer plaatsen. Bij gedeeltelijke vellen met ontbrekende etiketten kunnen de etiketten tijdens het afdrukken losraken, waardoor het papier kan vastlopen.
Opmerking: Etiketten moeten langer drogen. Verwijder afzonderlijke etiketvellen zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Verwijder afzonderlijke fotokaarten zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen. Transparanten in de printer plaatsen U kunt maximaal 25 transparanten per keer in de printer plaatsen. Als de transparanten een verwijderbare strip hebben, moet de strip van u af en naar beneden ten opzichte van de printer gericht zijn. Verwijder afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen en laat ze drogen.
Bannerpapier in de printer plaatsen U kunt maximaal 20 vellen bannerpapier per keer in de printer plaatsen. Plaats deze items op de glasplaat. Document geplaatst verschijnt op de display en het document wordt in de ADI gevoerd. Opmerking: De functie Voorbeeld wordt niet ondersteund als u de automatische documentinvoer gebruikt.
Originele documenten op de glasplaat plaatsen U kunt foto's, tekstdocumenten en artikelen uit tijdschriften, kranten en andere publicaties scannen en afdrukken. U kunt een document scannen voor faxen. Webpagina afdrukken Met de werkbalk voor het web kunt u printervriendelijke versies van webpagina's maken. Gebruik voor optimale resultaten fotopapier of extra zwaar, mat papier. Zorg dat de glanzende zijde of de afdrukzijde naar u toe gericht is. Het aantal foto's dat kan worden afgedrukt, wordt op de werkbalk weergegeven naast Foto's.
Het aantal foto's dat kan worden afgedrukt, wordt naast Foto's weergegeven. Het venster Fast Pics wordt weergegeven. Hiermee voorkomt u vlekken op de foto's. Gebruik dit papier voor het afdrukken van professioneel uitziende foto's met een glossy coating. In combinatie met Lexmark evercolorTM 2 inkt kunt met dit papier foto's afdrukken die niet verkleuren en die waterbestendig zijn.
Het papier is niet duur en levert fantastische resultaten. Het papier droogt snel en levert zelfs bij verzadigde afbeeldingen geen uitloop op. Enveloppen afdrukken 1 Plaats de enveloppen in de printer.
Selecteer Foto voor foto's en wenskaarten en Normaal voor andere kaartsoorten. Hiermee voorkomt u vlekken op de kaarten. De geselecteerde instelling geeft het aantal pagina's weer voor de hoogte en breedte van de poster. Klik op de pagina's om de pagina's te selecteren of te annuleren. Opmerking: bij bepaalde toepassingen wordt de tekst niet helemaal of helemaal niet weergegeven als u hele grote of kleine lettertypen gebruikt.
In dit geval vergroot of verkleint u de lettergrootte. Afbeelding afdrukken als een poster 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
Brochure afdrukken 1 Voordat u instellingen bij Printereigenschappen wijzigt, moet u het juiste papierformaat selecteren in de toepassing. Opmerking: Een bundel is een ingesteld aantal vellen papier dat is samengevouwen.
De afgedrukte bundels worden boven op elkaar gestapeld, waarbij de juiste paginavolgorde wordt aangehouden. De gestapelde bundels kunnen worden ingebonden tot een brochure. Selecteer een kleiner aantal Vellen per bundel als u afdrukt met een zwaardere papiersoort. Brochure samenstellen 1 Draai de stapel met afgedrukte pagina's in de papieruitvoerlade om. Afdrukken op papier met een aangepast formaat 1 Plaats maximaal vellen papier met een aangepast formaat in de printer. Opmerking: duw het papier niet te ver in de printer.
Afdrukken op opstrijktransfers 1 Plaats maximaal 10 opstrijktransfers in de printer. Selecteer Normaal als u een programma gebruikt waarmee de afbeelding automatisch wordt gespiegeld. Opmerking: duw de opstrijktransfers niet te ver in de printer. Transparanten afdrukken 1 Plaats maximaal 25 transparanten in de printer. Opmerking: Verwijder de afzonderlijke transparanten zodra ze uit de printer komen en laat de transparanten drogen voordat u ze op elkaar legt. Hiermee voorkomt u vlekken op de transparanten.
De transparanten moeten ongeveer 15 minuten drogen. Opmerking: stel deze instelling weer in op Normaal als u de banner hebt afgedrukt. Opmerking: de eerste locatie met de standaardfabrieksinstellingen kunt u niet wijzigen of verwijderen. Selecteer het keuzerondje naast de instelling die u wilt verwijderen en klik op Verwijderen. Opmerking: de standaardfabrieksinstellingen kunnen niet worden verwijderd. Standaardfabrieksinstellingen van de printer herstellen U kunt de instellingen van de printer herstellen naar de oorspronkelijke instellingen zonder de printermenu's te gebruiken.
Opmerking: Als u de standaardfabrieksinstellingen herstelt, worden alle printerinstellingen die u hebt geselecteerd verwijderd, waaronder snelkeuze- en groepskeuzenummers. Let op—Kans op beschadiging: Laat de knoppen niet los totdat Taal verschijnt op de display.
Dit geeft aan dat de instellingen van de printer zijn hersteld. Het lampje knippert om aan te geven dat de geheugenkaart wordt gelezen of dat gegevens worden verzonden of ontvangen.
Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, geheugenkaart of het aangegeven gedeelte van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. Er kunnen gegevens verloren gaan. Verwijder ook de geheugenkaart niet terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart. Wanneer de printer de geheugenkaart detecteert, wordt het bericht Geheugenkaart gevonden weergegeven op de display van het bedieningspaneel.
Als de printer de geheugenkaart niet leest, verwijdert u de kaart en plaatst u deze opnieuw in de printer. Als u meerdere geheugenkaarten plaatst, verschijnt een bericht op de display dat u alle geheugenkaarten moet verwijderen die in de printer zijn geplaatst. Flashstation aansluiten 1 Sluit het flashstation aan op de PictBridge-poort aan de voorkant van de printer. Opmerking: mogelijk moet u een adapter gebruiken als het flashstation niet in de poort past.
Wacht tot het lampje niet meer knippert. Let op—Kans op beschadiging: maak geen kabels of media-apparaten los en raak het aangegeven gebied van de printer niet aan als het lampje knippert. Informatie over het menu Fotokaart 1 Druk zo nodig op Fotokaart, plaats een geheugenkaart of sluit een flashstation aan op de printer. Opmerking: Als u op drukt, wordt een instelling geselecteerd. Foto's afdrukken Foto's rechtstreeks vanaf een geheugenkaart of flashstation afdrukken.
Zie de opmerking onder de tabel voor meer informatie. Foto-effecten1 Rode-ogenreductie, kleureneffecten of automatische verbetering van afbeeldingen toepassen op foto's. Papierformaat1, 2 Het formaat van het geplaatste papier opgeven.
Fotoformaat1, 2 Het gewenste fotoformaat opgeven. Kwaliteit1 De afdrukkwaliteit van foto's aanpassen. Papiersoort1, 2 De soort opgeven van het papier in de printer. Opmerking: U slaat als volgt instellingen voor Papierformaat, Papiersoort of Fotoformaat op: 1 Druk op. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie over instellingen.
Opmerking: gebruik alleen de USB-kabel die bij de digitale camera is geleverd. Druk op verschijnt op de display. Actie Papierformaat1, 2 Het formaat van het geplaatste papier opgeven. Fotoformaat1, 2 Het formaat van de afgedrukte foto's opgeven.
Opmerking: De printer is uitgerust met een sensor die automatisch de papiersoort vaststelt. Foto's overbrengen Foto's op een opslagmedium overbrengen naar de computer met het bedieningspaneel Als de printer rechtstreeks is aangesloten op een computer, kunt u de foto's vanaf een geheugenkaart of flashstation overbrengen naar de computer. Opmerking: u kunt foto's niet vanaf een opslagmedium overbrengen naar de computer via een externe netwerkadapter.
Alle foto's of documenten overbrengen van een cd of verwisselbaar opslagapparaat met de computer 1 Plaats een cd of flashstation in de computer of plaats een verwisselbaar opslagapparaat zoals een geheugenkaart of digitale camera in de printer. De Lexmark Productivity Studio-software wordt automatisch geopend op de computer. Klik op Foto's overbrengen naar de computer met Productivity Studio.
Als u Windows gebruikt: a Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. Foto's op een geheugenkaart overbrengen naar een flashstation 1 Plaats een geheugenkaart met de gewenste afbeeldingen in de printer.
Welk apparaat weergeven? Datumbereiken worden op maand en jaar weergegeven met de recentste maand eerst. Let op—Kans op beschadiging: Raak de kabels, netwerkadapter, geheugenkaart, het flashstation of het aangegeven gedeelte van de printer niet aan terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart of flashstation. Verwijder ook geen geheugenkaart of flashstation terwijl er wordt afgedrukt vanaf, gelezen van of geschreven naar een geheugenkaart of flashstation.
Voorkeuren voor Lexmark Productivity Studio wijzigen Voorkeuren voor de tijdelijke bestanden van Lexmark Productivity Studio wijzigen 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. Voorkeuren voor bibliotheek van Lexmark Productivity Studio wijzigen 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
Hier kunt u kiezen hoe u foto's wilt sorteren. U kunt ook de minimale bestandsgrootte instellen voor de in de bibliotheek weer te geven foto.
Overdrachtsinstellingen van Lexmark Productivity Studio wijzigen 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. U kunt het bijsnijdgebied aanpassen met de muis door de lijnen te verslepen om het gebied te vergroten of te verkleinen. U kunt de bijgesneden afbeelding opslaan. De miniatuur van de foto wordt bijgewerkt. Met resolutie wordt verwezen naar dpi dots per inch.
Opmerking: Als u Fotoformaat selecteert, kunt u op Draaien klikken om de foto 90 rechtsom te draaien. Hierdoor behoudt de afbeelding de juiste verhouding. Als u niet tevreden bent met de resultaten, gaat u door met de onderstaande procedure.
Als u de scherpte verhoogt, lijkt de afbeelding scherper. U kunt een voorbeeld weergeven van de gewijzigde afbeelding door de voorbeeldvensters Voor en Na boven aan het venster te vergelijken. Een foto verbeteren Met de functie Verbeteren kunt u kleine wijzigingen aanbrengen in de helderheid, contrast en scherpte van een afbeelding.
Opmerking: klik op Automatisch om uw foto automatisch te verbeteren met de software. Door de verzadiging aan te passen kunt u de intensiteit van de kleur bepalen. De gammawaarde van een foto of afbeelding wijzigen U kunt met de gammawaarde de helderheid van een afbeelding aanpassen. Dit is vooral van toepassing op afbeelding die moeten worden weergegeven op een beelscherm.
Als de gammawaarde van afbeeldingen niet juist zijn, worden ze te licht of te donker. Opmerking: U kunt gammawaarden opgeven van tot Als u niet tevreden bent met de wijzigingen, kunt u de gammawaarde terugzetten op 0. Foto's ontvlekken Met het hulpmiddel Ontvlekken kunt u vlekken verwijderen uit een foto. De miniatuur wordt bijgewerkt. Opmerking: u kunt met de software alleen de helderheid van de afbeelding automatisch aanpassen door op Automatisch helderheid te klikken op het tabblad Snelle oplossingen.
U kunt sepia, antiekbruin, zwartwit of antiekgrijs selecteren. De belichtingsinstelling van een foto wijzigen U kunt oneffenheden in de belichting van uw foto corrigeren met de belichtingsinstelling. Gebruik de keuzelijst in de laatste kolom om andere formaten weer te geven en te selecteren. Opmerking: Als u de foto 's wilt bewerken voordat u deze afdrukt, klikt u op Foto bewerken boven het deelvenster Afdrukvoorbeeld.
Klik op Meer hulpmiddelen voor retoucheren om het venster voor fotobewerking weer te geven. Wanneer u alle bewerkingen hebt uitgevoerd, klikt u op Weergeven met bewerkingen in de rechterbenedenhoek om terug te gaan naar het afdrukvenster.
Fotopakketten afdrukken 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. Fotowenskaarten maken 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. Ondersteunde papiersoorten Afmetingen A4 x millimeter Letter 8,5 x 11 inch Wenskaarten 4 x 8 inch 10,16 x 20,32 centimeter 12 Klik op Nu afdrukken.
Alle foto's van een opslagapparaat afdrukken 1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. De instellingen die worden gebruikt voor de afdruktaak, worden opeenvolgend weergegeven op de tweede regel op de display.
Foto's op een opslagapparaat afdrukken met het controlevel 1 Plaats normaal A4- of Letter-papier in de printer. Er worden een of meer controlevellen afgedrukt. Opmerking: zorg dat u de cirkels volledig invult. Opmerking: controleer of het papier overeenkomt met het formaat dat u hebt geselecteerd op het controlevel. Foto's afdrukken op fotonummer U kunt foto's afdrukken met de fotonummers die zijn toegewezen op een fotocontrolevel. Als u foto's wilt afdrukken op fotonummer, moet u eerst een controlevel afdrukken.
Controleer het nummer van een foto op het controlevel. Opmerking: Als u het nummer van de foto die u hebt opgegeven wilt wissen of wijzigen, drukt u op werkt als u niet op hebt gedrukt na het opgeven van de foto. Dit om een foto te selecteren. Let op—Kans op beschadiging: Raak de USB-kabel, de netwerkadapter of het aangegeven gedeelte van de printer niet aan terwijl u afdrukt vanaf een digitale PictBridge-camera.
Verwijder de USB-kabel of netwerkadapter niet wanneer u afdrukt vanaf een digitale PictBridge-camera. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor meer informatie. Kies om instellingen te wijzigen.
Opmerking: als de printer is uitgeschakeld terwijl de camera is aangesloten, moet u de camera losmaken en opnieuw aansluiten. Als uw camera ondersteuning voor DPOF biedt, kunt u opgeven welke foto's, en hoeveel exemplaren, met bepaalde afdrukinstellingen moeten worden afgedrukt terwijl de geheugenkaart nog in de camera is geplaatst.
Deze instellingen worden herkend wanneer u de geheugenkaart in de printer plaatst. Opmerking: Controleer of de afdrukinstellingen voor de foto's die u selecteert in de camera overeenkomen met de huidige printerinstellingen. Foto's afdrukken op datumbereik 1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe.
Datums worden op maand en jaar weergegeven met de recentste maand eerst. Foto's afdrukken vanaf het bedieningspaneel met kleureffecten 1 Plaats fotopapier in de printer met de glanzende zijde of afdrukzijde naar u toe. Opmerking: U kunt ook foto's met kleureffecten afdrukken met een controlevel. Diavoorstelling maken en weergeven 1 Klik vanuit het welkomstvenster van Lexmark Productivity Studio op Werken met documenten en foto's.
Miniaturen van de foto's in de map worden weergegeven in een voorbeeldvenster. Als u extra foto's wilt weergeven in een bepaalde volgorde, klikt u op de foto's in de volgorde waarin deze moeten worden weergegeven en sleept u de foto's naar het gedeelte Foto's in de diavoorstelling. U kunt ook de instelling aanpassen waarmee de diavoorstelling opnieuw wordt afgespeeld.
Gebruik de glasplaat voor losse pagina's, kleine items zoals briefkaarten of foto's , transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen zoals knipsels uit tijdschriften. Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine items, transparanten, fotopapier of dunne voorwerpen zoals knipsels uit tijdschriften in de ADI. Plaats dergelijke items op de glasplaat. De foto wordt weergegeven in het rechterdeelvenster. Resolutie is een dpi-telling dots-per-inch ; hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie en de kopieerkwaliteit.
Opmerking: Gebruik fotopapier of extra zwaar, mat papier als u foto's kopieert en zorg dat u het papier met de glanzende zijde of de afdrukzijde naar u toe in de printer plaatst.
Exemplaren sorteren met het bedieningspaneel Als u meerdere exemplaren van een document afdrukt, kunt u ervoor kiezen om elk exemplaar als een set gesorteerd af te drukken of de exemplaren af te drukken als groepen van dezelfde pagina's niet gesorteerd.
Gesorteerd Niet gesorteerd 1 Plaats papier in de printer. Opmerking: Als u de glasplaat gebruikt, wordt een bericht weergegeven wanneer u de volgende te scannen pagina moet plaatsen.
Deze optie is handig bij het maken van etiketten, plakplaatjes, pamfletten en hand-outs. Afbeeldingen vergroten of verkleinen 1 Plaats papier in de printer.
Druk vervolgens op of en houdt u deze ingedrukt tot het gewenste. Gebruik fotopapier voor optimale resultaten met deze instelling voor Formaat wijzigen en stel de papiersoort in op Automatisch of Foto.
Papierformaat Het formaat van het geplaatste papier opgeven. Papiersoort De soort opgeven van het papier in de printer. Sorteren Een of meer exemplaren in de juiste volgorde afdrukken. Soort origin. Zie het verwante onderwerp over het opslaan van instellingen voor meer informatie over het opslaan van tijdelijke en andere instellingen.
De foto wordt gekopieerd. Documenten scannen 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en of de printer en de computer zijn ingeschakeld. Documenten scannen met de computer 1 Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar beneden in de ADI of op de glasplaat. Het gescande document wordt geopend in uw standaardtekstverwerkingsprogramma zodat u het document kunt bewerken.
Tekst scannen voor bewerken Met de softwarefunctie voor OCR Optical Character Recognition; optische tekenherkenning kunt u gescande afbeeldingen omzetten naar tekst die u kunt bewerken met een tekstverwerkingstoepassing. Het gescande document is geopend in uw standaardtekstverwerkingstoepassing.
U kunt het document nu bewerken. Afbeeldingen scannen voor bewerking 1 Controleer of de printer is aangesloten op een computer en de printer en de computer zijn ingeschakeld. U kunt de gescande afbeelding bewerken. Foto scannen naar de bibliotheek 1 Plaats een foto met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. De foto wordt in de huidige map van de bibliotheek geplaatst.
Meerdere foto's tegelijk scannen met de computer 1 Plaats de foto's met de bedrukte zijde naar beneden op de glasplaat. Opmerking: gebruik voor optimale resultaten zo veel mogelijk ruimte tussen de foto's en de randen van het scangebied. Klik op afbeeldingen in het voorbeeldvenster om afbeeldingen te selecteren of de selecties op te heffen.
Klik op Bestanden toevoegen als u alle gewenste bestanden hebt geselecteerd. Klik anders op Annuleren als de opties voor Foto's opslaan worden weergegeven. Er wordt een PDF-bestand gemaakt en het dialoogvenster Opslaan wordt geopend. Een scantaak annuleren Als u een scantaak wilt annuleren die al is verzonden, moet u de taak annuleren op basis van de bestemming: Bestemming Annuleren Adobe Acrobat Klik op het bureaublad op Cancel Scan Scan annuleren.
Klembord Druk op het bedieningspaneel op E-mail Klik op het bureaublad op Annuleren wanneer het scherm van de wizard Internet-verbinding verschijnt. Bestand Klik op het bureaublad op Annuleren wanneer het scherm Opslaan als verschijnt. Scaninstellingen aanpassen met de computer 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
Scanresolutie DPI Selecteer een scanresolutie in de keuzelijst. Sleep de schuifregelaar naar de gewenste instelling. Selecteer een papierbron in de keuzelijst. Te scannen gebied selecteren Selecteer het te scannen gebied door een papierformaat te selecteren in de keuzelijst. Deze afbeelding converteren naar tekst met OCR Converteer een afbeelding naar tekst. Deze instellingen altijd gebruiken bij het scannen Schakel het selectievakje in als u de geselecteerde instellingen altijd wilt gebruiken.
Informatie over het menu Scannen U kunt als volgt het menu Scannen gebruiken: 1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Scannen. Het standaardvenster voor scannen wordt geopend. Optie Handeling Kwal. Zie het verwante onderwerp 'Instellingen opslaan' voor meer informatie over het opslaan van tijdelijke en andere instellingen. Als u een naam wilt toewijzen als een prefix van alle foto's, schakelt u het selectievakje Alle foto's beginnen met de bestandsnaam in. Scaninstellingen van Lexmark Productivity Studio wijzigen 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
Bestand toevoegen aan een e-mailbericht 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. De miniatuur wordt weergegeven in de lijst met bestanden die moeten worden verzonden. Nieuwe gescande afbeelding toevoegen aan een emailbericht 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. De afbeelding wordt gescand. Documenten of afbeeldingen scannen voor e-mailen U kunt gescande afbeeldingen als bijlagen verzenden met uw standaard-e-mailtoepassing.
Voorkeuren van het e-mailvenster in Lexmark Productivity Studio wijzigen 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. Snelkeuze of groepskeuze a Druk op Telefoonboek. Fax verzenden met de software U kunt met de software een document naar de computer scannen en het document naar iemand faxen.
Faxen verzenden met het bedieningspaneel 1 Controleer of de printer is ingeschakeld. Fax verzenden terwijl u een gesprek voert Kiezen hoorn op haak De functie voor handmatig kiezen kunt u gebruiken om een telefoonnummer te kiezen terwijl u naar een gesprek luistert via een luidspreker op de printer.
Deze functie is handig als u een geautomatiseerd antwoordsysteem moet doorlopen of een telefoonkaartnummer moet opgeven voor u een fax kunt verzenden. Faxen Zie het verwante onderwerp Faxnummers opgeven voor meer informatie. Opmerking: gebruik het toetsenblok om een geautomatiseerd antwoordsysteem te doorlopen. Groepsfax verzenden op een opgegeven tijdstip U kunt een fax naar dertig personen of groepen tegelijkertijd verzenden.
Opmerking: De faxnummers worden op het ingestelde tijdstip gekozen en de fax wordt verzonden naar alle opgegeven faxnummers. Als een fax niet kan worden verzonden naar bepaalde nummers, wordt voor die nummers een nieuwe poging gedaan. Faxen ontvangen Handmatig een fax ontvangen 1 Controleer of het lampje Automatisch beantwoorden niet brandt.
Opmerking: Zie het verwante onderwerp Code voor het hand,atig beantwoorden van faxen opgeven voor meer informatie over het instellen van een handmatige antwoordcode. De printer ontvangt de fax. Code voor het handmatig beantwoorden van faxen opgeven 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. Nummerweergave gebruiken vanaf het bedieningspaneel Nummerweergave is een dienst die door bepaalde telefoonbedrijven wordt geleverd, waarmee het telefoonnummer en mogelijk de naam van de beller wordt herkend.
Als u op de dienst bent geabonneerd, kunt u deze gebruiken met de printer. Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt op de display het telefoonnummer van de persoon die u de fax heeft gestuurd. Opmerking: nummerweergave is alleen beschikbaar in sommige landen. Afhankelijk van het land of de regio waar u woont en de telecomaanbieder die u gebruikt, moet u mogelijk overschakelen naar een ander patroon om nummerweergave te activeren.
Wanneer u een fax ontvangt, verschijnt op de display het telefoonnummer of de naam van de persoon die u de fax heeft gestuurd. Faxen automatisch ontvangen 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio.
Opmerking: een telefoonhoorn met het woord FAX eronder wordt in de linkerbovenhoek van de display weergegeven wanneer Automatisch beantwoorden is ingesteld. Stelt u voor het antwoordapparaat bijvoorbeeld in dat gesprekken na drie belsignalen worden beantwoord, dan moet u de printer instellen op vijf belsignalen.
Faxen doorsturen De functie voor het doorsturen van faxen kunt u gebruiken om faxen te ontvangen wanneer u zich niet in de buurt van de printer bevindt. U stelt als volgt het doorsturen van faxen in: 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. U opent als volgt een item in het menu Telefoonboek: 1 Druk op het bedieningspaneel op Telefoonboek. U opent als volgt het menu Telefoonboek: 1 Selecteer op het bedieningspaneel de modus Faxen.
Optie Handeling Weergeven Telefoonboekitems weergeven. Toevoegen Een nieuw snelkeuze-item of groepskeuze-item maken. Verwijderen Een snelkeuze-item of groepskeuze-item verwijderen. Aanpassen Een snelkeuze-item of groepskeuze-item bewerken. Afdrukken Alle snelkeuze-items en groepskeuze-items in het telefoonboek afdrukken. Telefoonboek op de computer gebruiken Adresboeken in uw besturingssysteem worden weergegeven als telefoonboeken.
U opent als volgt een item in het menu Telefoonboek: 1 Dubbelklik op het bureaublad op het pictogram Productivity Studio. Nieuwe groep Een nieuwe groep maken in het telefoonboek. Bewerken Een item in het telefoonboek bewerken. Verwijderen Een item uit het telefoonboek verwijderen. Contactpersonen toevoegen aan de snelkeuzelijst Een telefoonboekitem toevoegen aan de snelkeuzelijst of groepskeuzelijst. Faxinstellingen aanpassen Instellingen aanpassen met het Faxconfiguratieprogramma U kunt de faxinstellingen aanpassen in het Faxconfiguratieprogramma.
Deze instellingen zijn van toepassing op alle faxen die u verzendt of ontvangt. Het venster Lexmark Fax Solutions Software wordt geopend. Een voorvoegsel invoeren. Up to x ppi optical resolution. Browse our library of manuals, support documentation, drivers and other downloads to help you solve common problems. Learn more. Warranty Information. Lexmark offers a range of plans to meet the specific demands of your output environment and reduce costly printer downtime.
Service Providers. Provide a clear and comprehensive description of the issue and your question. The more detail you provide for your issue and question, the easier it will be for other Lexmark X owners to properly answer your question. View the manual for the Lexmark X here, for free. This manual comes under the category Printers and has been rated by 2 people with an average of a 6.
This manual is available in the following languages: English. Below, you will find the most frequently asked questions about the Lexmark X Is your question not listed? X Series User's Guide www. Photo must fit on page. Ask a question. Bill bobbins, No comments 0. My printer will not feed paper into printer. Answer this question Send.
Bill dobbins, No comments 0. Paper won't load. Carolyn A Deas, No comments 0. HOY , No comments 0. How do I replace cartridges for my X printer.
0コメント